De hoofdoverspanning is 84,5 meter lang. Ze bestaat uit een betonnen dek dat wordt ondersteund door twee keer vier gesloten kabels met een diameter van 130 mm en twee keer twaalf stalen schoren. De helling van de schoren geeft de constructie een grotere dwarse stijfheid en veroorzaakt door het gewelfeffect een dwarse samendrukking die gunstig is voor de opname van de krachten in de betonplaat. Het betonnen dek heeft in het midden een minimale dikte van 30 cm. Bovendien opent de helling van de schoren optisch de ruimte onder de brug, in tegenstelling tot de versmalling van de brug naar het midden toe. Dit zorgt voor een unieke gebruikerservaring. De onderliggende passerelle is opgehangen aan het brugdek met behulp van staven die een diameter van 30 mm hebben. Tot slot is er de 18 meter lange overspanning aan de rechteroever. Gezien de toegangsmogelijkheden is dit deel van de constructie uitgevoerd als een eenvoudige betonplaat. La travée principale porte sur 84,5 m. Elle est constituée par un tablier en béton sous-tendu par 2x4 câbles clos de 130 mm de diamètre et 2x12 bracons métalliques rotulés. L’inclinaison des bracons offre un gain de raideur transversale à l’ouvrage et par effet voute, induit une compression transversale favorable à la reprise des efforts dans la dalle en béton. Le tablier en béton présente une épaisseur minimale de 30 cm en son milieu. En outre, l’inclinaison des bracons ouvre visuellement l’espace situé sous le pont, en opposition au rétrécissement de la largeur de la passerelle. Cela permet d’offrir une expérience aux usagers qui empruntent la passerelle. De barres de 30 mm de diamètre suspendent la passerelle au tablier du pont. Enfin, la travée latérale en rive droite porte sur 18 m. Etant donné les possibilités d’accès, cette partie d’ouvrage est une simple dalle en béton. 28
RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=