De kantoren en de opslagplaats integreren zich opvallend goed in dit stukje heuvelachtige natuur. Het gebouw verschijnt als een lichte ‘stalen doos’ op een sokkel in leisteen die opgaat in de helling van het terrein. Het project bestaat uit twee verschillende delen die structureel nauw verbonden zijn. Het eerste deel is de ‘doos’ voor de burelen, een trapezium van 135 m² bekleed met asymmetrische platen in weervast staal van 3 mm. De voorkant, volledig opgetrokken uit glas, kijkt uit over het landschap.